Begin jaren tachtig werd muziek steeds meer een kwestie van enen en nullen; m.a.w. geluid ging digitaal. Nieuwe muziekopnames (ook voor LP) werden steeds vaker digitaal i.p.v. analoog opgenomen. Dat had grote voordelen. Een ervan is het ontbreken van de ruis die eigen is aan het gebruik van banden. Een ander voordeel dat met die ruis te maken heeft, maar zelden wordt genoemd is het ontbreken de toepassing van het Dolby ruisonderdrukking systeem.
In mijn ervaring zijn er goede en slechte opnamen. Sommige analoge opnames van medio jaren 60 klinken voortreffelijk, zelfs als er wat ruis hoorbaar is. Maar bij andere registraties is niet zelden hoorbare vervorming in de luide gedeeltes hoorbaar of is de balans tussen bepaalde instrumentgroepen niet in orde. Zelfs vandaag de dag zijn er goede en slechte digitale (en analoge) opnamen.
Het Dolby systeem
Het principe van het Dolby systeem is simpel. Bandruis (sissen) is het sterkst hoorbaar in zachte gedeelten. Als je nu de zachte gedeeltes bij de opname versterkt en die versterking bij het afspelen weer ongedaan maakt door het volume met eenzelfde factor te verlagen, dan wordt het ruisniveau ook omlaag gebracht. https://stringfixer.com/nl/Dolby_Noise_Reduction
Helaas is het effect niet altijd ideaal. Als de afregeling niet perfect is op een specifieke band, dan lijkt het of iemand aan de volumeknop en-of toonregeling zit bij het afspelen.
Door “LP fanaten” werd en wordt echter de nadruk gelegd op de (m.i. onjuiste) redenering dat digitaal geluid per definitie slecht klinkt.
Gevolgen van de digitalisering
Maar het belangrijkste gevolg van de digitalisering is de opkomst van de compact disc en kort daarna de mp3 speler. Beiden zijn trouwens alweer in de verdrukking geraakt door audio streaming. Met andere woorden: je kreeg letterlijk steeds minder om- en in handen.
De verschillen in geluidskwaliteit van diverse digitale bronnen is vaak onderdeel van verhitte discussies. Maar hoewel een mp3 bestand, zelfs in een hoge bitrate een aantoonbaar theoretisch nadeel heeft, zijn er weinig luisteraars die er last van hebben. Op de meeste geluidsinstallaties is het domweg niet hoorbaar.
Terug naar de LP.
De wellicht voornaamste reden van de herintrede van de LP is het tastbare ervan. Een mooie hoes/box, grote foto’s, prettig leesbare toelichting, het superieure materiaal (papier i.p.v. plastic), soms een poster erbij … enzovoort. En daar boven op is er nog het ceremonieel van het uit de hoes halen van de LP en het voorzichtig op de platenspeler leggen. Direct daarna gevolgd door de hoorbare “plop” als de naald het vinyl raakt. Het luisteren naar een grammofoonplaat beleef je inderdaad intenser, ook al omdat je na pakweg 20 minuten moet opstaan om de andere kant te beluisteren.
De LP als etalage
Er is echter nog een aspect dat een rol speelt en dat is wat ik gemakshalve de “boekenkast” (of etalage) functie noem. Een goedgevulde boekenkast zegt iets en soms zelfs veel over de bewoner. Een goedgevulde platenkast evenzeer. Je ziet immers de muzieksmaak en de waarde die de bewoner aan de muziek hecht door de zorgvuldigheid waarmee de collectie opgeborgen is. En met een beetje geluk heb je trouwens ook een prima gespreksonderwerp.
Nostalgie
Nu ik elke LP in handen heb om te beoordelen of hij geschikt is om te verkopen en ik ook regelmatig weer een LP op de draaitafel leg, komt dat specifieke nostalgisch gevoel weer helemaal terug. Soms (en zeker bij bepaalde exemplaren) vraag ik mezelf inmiddels af of ik ze echt wel kwijt wil.
En die nostalgie hoor ik ook van mensen die een of meer platen bij me kochten. Ze kopen nu weer LP’s die ze eerder weggedaan hadden. Blijkbaar kunnen ze de het tastbare van de muziek toch niet missen. Het is afwachten hoe dat bij mij gaat vallen……